Wat zit er achter?
Dit gedicht is ontstaan na een gesprek met een goede vriendin. Ik vertelde over mijn jeugd en bepaalde zaken die ik toen had aangevoeld. Dingen die minder fijn waren. Ze hebben een grote impact gehad op mij en hoe ik me voel(de). Het gesprek deed me nadenken. Ik heb niet alleen dingen aangevoeld en voor waar aangenomen; doorheen mijn leven werd er ook vanalles tegen mij gezegd dat ik als een spons heb opgenomen. Nadien begon ik die uitspraken tegen mezelf te zeggen. Het werd mijn waarheid.
Deels goede dingen, maar ook deels slechte dingen.
Die minder goede dingen voedden dat stemmetje in mijn hoofd dat reeds zei dat ik niet oké was. Ze belemmerden mij. Remden mij. Als vergif dat zich traag en ongemerkt verspreidde doorheen mijn lichaam. Het jammere is dat ik het gewoon werd. Ik vergat dat ik niet met die negatieve aannames geboren was. Ik vergat dat ik kon kiezen om ermee te blijven leven of niet. (Of toch deels, daar valt misschien over te discussiëren.)
Dit proces zie ik bij veel mensen. Ik ben zeker niet alleen. Maar wat ik moeilijk vind, is zien dat het ook bij mijn dochtertje aan de gang is.
“Je bent een bangerik”
Die woorden hebben één of meerdere klasgenootjes al eens tegen haar gezegd. Nu zegt ze dit tegen zichzelf. "Mama, ik ben echt een bangerik."
Ze gelooft gelukkig ook fijne dingen over zichzelf. Wanneer ze positieve woorden hoort, zie ik haar gewoonweg stralen. En ze zegt ook mooie dingen tegen zichzelf.
Maar hoe pak ik die negatieve kant aan?
Ik kan niet ongedaan maken dat dit tegen haar gezegd wordt. Ik kan haar geheugen niet wissen.
Jammer genoeg.
Zo hebben we dus allemaal woorden die we hoorden
en geloofden.
Ze werden dé waarheid,
over onszelf en wie we zijn.
Goede dingen, maar jammer genoeg ook slechte.
Nu zeggen we die dingen tegen onszelf.
Misschien wel elke dag.
Misschien wel meerdere keren per dag.
De ene keer al meer bewust dan de andere.
Dit gedicht is mijn oproep aan mezelf:
Stop hiermee!
Word je bewust van hoe je praat tegen jezelf.
Stel die negatieve zelfspraak in vraag.
Wis alles wat je niet wil geloven over jezelf
en begin opnieuw.
Als een onbeschreven blad.
Gaat dit me lukken?
Waarschijnlijk niet.
Maar de intentie is er.
De toon is gezet.
Als het al voor de helft zou lukken,
zou ik een pak contenter zijn.
Het gedicht: Een onbeschreven blad
In mijn hoofd zit een stem
gevormd door de stemmen van velen
van dingen die men ooit
tegen mij gezegd heeft
dingen die ik ooit heb aangevoeld
dingen die ik nu tegen mezelf zeg:
JE MAG ER NIET ZIJN
JE HOORT HIER NIET THUIS
JE BENT ER TE VEEL AAN
JE BENT NIET GOED GENOEG
JE BENT NIET LEUK
JE KAN HET NIET
JE ZAL NOOIT GELUKKIG ZIJN
JE BENT VIES
Wat als ik nu zou stoppen met
luisteren naar die stem?
Hoe anders zou mijn leven dan zijn?
Ben ik dan eindelijk
een onbeschreven blad?
Tot slot...
Kijk zeker ook eens op de Instagram van Zielenvuur. Hier heb ik gekozen om de tekst van Tabula Rasa in stukken op te delen en elke uitspraak extra in de verf te zetten. Hard en confronterend. Zo voelde het ook om dit gedicht te schrijven en dat allemaal aan mezelf toe te geven. Ik stel me kwetsbaar op en vraag me af of de dingen die jullie lezen hier herkenbaar zijn. (Dat mag je me zeker laten weten! In de reacties hier, op facebook of op instagram. Graag.) En tegelijk ga ik aan de slag met Tabula Rasa deel 2; de mooie dingen die ik ook hoor (gehoord heb) en zeg tegen mezelf. Steeds meer en meer. Tijd om die eens op papier te zetten!
Comments